Hart van fruit

Beeldend buiten kunstenaar Ludy Feyen werd door De Kunstverleners gevraagd om samen met een cliënte uit een hospice voor jongeren en jong-volwassenen een kunstwerk te maken. Dit werd de aanleiding voor een nieuwe wending binnen haar beroepspraktijk.

Net voor de zomer, na een periode van bezinning over hoe verder te gaan in deze C-tijd met mijn kunst, werd ik benaderd door De Kunstverleners; een stichting uit Leiden die kunstenaars koppelt aan cliënten van hospice Xenia in Leiden.
In het hart van Leiden staat dit huis, speciaal opgezet voor jongeren vanuit heel Nederland, die hier verblijven tijdens de laatste fase van hun leven. Merendeel zijn dit jongeren met een lichamelijke ongeneeslijke ziekte, in het geval van mijn cliënte Esther ging het om overbruggingszorg; de opvang van iemand met een psychische aandoening met lichamelijke/emotionele uitwerkingen. Haar Z-Koreaanse afkomst en familie invloed had bij Esther voor veel uitdagingen gezorgd. Ze was ten einde raad doordat ze vast liep in haar leven en ook de psychiatrie haar als uitbehandeld beschouwde. Ze vond gehoor en begrip bij Xenia om met al haar problemen te kunnen kiezen om al dan niet verder te willen leven.

Jacqueline Bouts, directeur van Xenia, benaderde De Kunstverleners met het verzoek om een ‘kunstmatch’. Esther had zelf aangegeven dat ze haar leven lang al kunstzinnige ambities koesterde en wilde graag iets maken, maar ze had geen idee waar te beginnen. In overleg met Esther selecteerden
De Kunstverleners 3 kunstenaars uit hun bestand en legden deze voor.
De keuze was primair op mij en mijn werk gevallen en had te maken met het feit dat Esther een buitenbeeld van natuurlijk materiaal wilde maken in relatie met de majestueuze beuk waar het moderne onderkomen van Xenia om heen geplaatst is. Als haar blijk van dank voor haar fijne verblijf op Xenia.
Nadat ik samen met Resi van der Ploeg (met Teresa Rietbergen vormen zij De Kunstverleners) kennis had gemaakt met Esther en de binnenruimten van Xenia, hield ik mijn eerste werkbezoek.

Het was een warme ochtend in juli toen ik met Esther de eerste verkenningssessie hield over hetgeen we wilden gaan maken. Op basis van foto’s van feeërieke beelden op Flickr die Esther bijeen gesprokkeld had probeerde ik in te tunen waar het haar om te doen was. Op een groot vel vroeg ik haar een hart neer te zetten met woorden en associaties. Uit tijdschriften verzamelden we afbeeldingen die hiermee resoneerden. Esther vertelde over haar achtergrond, over haar onvermogen om zich werkelijk te concentreren en over haar mentale onrust die haar vaak afleidde en zeer frustreerde. Haar hulp hond Miso keek haar liefdevol aan.
Ik was er vol goede moed ingestapt maar voelde me gedurende de sessie sterk geconfronteerd worden met een diep zwart gat. Wat tijdens de eerste ontmoeting met De Kunstverlener erbij zo kleurrijk en vitaal aanvoelde, was voor mij nu een totaal andere ervaring. Hoe uit deze zware energie een kunstwerk te laten ontstaan? Ik miste op dit moment het team waar ik dit avontuur mee aangegaan was.

Ik herinnerde mij toen dat ik om ondersteuning kon vragen en ben dat vanaf dat moment goed voor mezelf gaan regelen. De ruggenspraak die ik telefonisch had met kunstverlener Teresa was meelevend, begripvol en adequaat. Precies wat ik nodig had. Voor de tweede sessie had ik Jacqueline gevraagd om bij het begin aanwezig te zijn, zodat we met ons drieën van start zouden gaan. Ook had ik met haar afgesproken dat er altijd iemand zou zijn die Esther zou kunnen opvangen mocht dat nodig zijn.
Dat was ook het geval tijdens deze sessie. We waren bezig met het Hart door in alle mogelijke variaties harten te tekenen en te kleuren. Vervolgens knipten we ze uit om ze te kunnen combineren en 3D-mogelijkheden te onderzoeken. Halverwege moest Esther ineens afbreken wegens een incident in haar hoofd. Ik attendeerde de opvang en wachtte rustig af op haar terugkomst. Gelukkig kon en wilde ze weer verder.

Na een uitvoerig gesprek later met Jacqueline had ik nog meer kader over de achtergrond situatie van mijn samenwerkingspartner. In mijn hoofd ontstonden tegelijkertijd allerlei beelden met betrekking tot het kunstwerk. Ook de mogelijkheid om er een fysiek groot beeld van te maken in de tuin van het hospice zorgden voor inspiratie.
De derde sessie wilde ik natuur en ruimtelijkheid met Esther onderzoeken. Met de meegebrachte wilgentakken uit mijn moestuin bogen en verbonden we op diverse wijze hartvormen. Het viel me op dat Esther aardig ontspannen was en er steeds meer plezier in leek te krijgen. Ze begon ook open te staan voor een groot beeld al vond ze het wel heel spannend of Piet van Veen, een van de architecten van Xenia, die ook de tuin onderhield, dat wel zag zitten.
Tijdens de vierde bijeenkomst kozen we uit de ontwerpen van Esther het definitieve beeld: 2 losse gebogen ‘zwanenhalzen’ die samen een hart vormen. Waar je tussen door zou kunnen lopen én waar van alles in zou kunnen groeien. Los van elkaar hadden we allebei aan de mogelijkheid van groeiend fruit in het beeld gedacht. Ik kwam met de suggesties van fruit uit haar geboorteland, dat viel bij Esther in goede aarde. En dat voor iemand met een eetstoornis! maar ze bleek enorm van fruit te houden, met name van frambozen. Samen gingen we op internet naar diverse fruitsoorten opzoek die geschikt zouden zijn voor het klimaat in deze binnentuin van Leiden.

Voor de vijfde sessie was Piet erbij gevraagd om naar ons plan te komen kijken. Hij was enthousiast en dacht goed mee. We bepaalden nu definitief de plek en wisten nu ook dat het uiteindelijke beeld van staal gemaakt zou moeten worden. Dit is niet mijn expertise maar De Kunstverleners wisten wel een kunstenaar die hiervoor te benaderen zou zijn.

Samen met de verkoopster van fruitstruiken uit Boskoop bepaalden we tijdens onze zesde sessie na goed advies onze keuze: in de grootste vorm wilden we blauwe druif, rode aalbes, braamboos, doorlopers en ananas aardbeien, in de kleinere vorm zouden kiwibes, witte aalbes, doorlopers- en ananas aardbeien komen.
Nog dezelfde ochtend plantten we het fruit (ruim voor de nachtvorst) op de plekken die we van te voren hadden bepaald. Met bamboe stokjes gaven we de contouren aan.

Op onze zevende en achtste sessie hebben we de ‘zwanenhalzen’ op ware grote gebouwd van buigbare bamboe en geschilde wilgentakken. Met name de tegengestelde spiralen die in het frame komen en voor een helix structuur zorgen, eisten veelvuldig uitproberen en bijstellen. Het hele team kwam op uitnodiging van mij alvast kijken en de verdere gang van zaken bespreken.
Over een paar weken hopen we zover te zijn dat het budget rond is om het beeld van staal te kunnen maken. En volgend jaar zomer zullen we het eerste fruit kunnen proeven!
Esther zelf heeft het project en onze samenwerking positief ervaren gaf ze aan, het gaf haar afleiding en bezigheid, veel eigen ruimte en vrijheid. En ze genoot erg van het buiten zijn.
Deze manier van kunst maken is mij heel goed bevallen, er komen zelfs al meer vragen binnen
om samen met de ‘klant’ tot een gemeenschappelijk beeld te komen. Om vanuit een persoonlijk situatie
tot een beeld te komen dat vervolgens door iedereen te beleven valt, is wel een hele gave missie.